Archieven: Lexicon

Associatief leren

Er zijn drie manieren waarop het brein leert:

  1. Imprinting
  2. Associatief leren
  3. Instrumenteel leren

Associatief leren is gebaseerd op het werk van Pavlov. Het wordt om die reden ook vaak Pavloviaans leren genoemd. Pavlov ontdekte dat het brein waarschijnlijkheidsrelaties legt tussen zintuiglijke indrukken, de zogenaamde associates. Heel eenvoudig gezegd: wanneer je rook ziet, vind je brein het heel waarschijnlijk dat er ook ergens vuur waar te nemen is. Misschien zie je het nu nog niet, maar de kans is groot dat je het binnenkort wel gaat zien en horen.

Associatief leren is heel belangrijk voor voetbal. Allerlei voetbaltermen zoals spelinzicht, gogme, ervaring, duidt eigenlijk op de opgebouwde associaties. Wanneer een jeugdspeler meer en meer begint te voetballen, dan worden er talloze associaties, waarschijnlijkheidsrelaties tussen waarnemingen, opgebouwd. Een ervaren speler ziet hoe hoog de bal wordt geschoten en weet dan waar die waarschijnlijk neerkomt, hoe hard hij dan door stuitert, al dan niet afhankelijk van het soort veld en de natheid van het veld. Op basis van al die associaties is de ervaren speler veel beter in het anticiperen van het spel dan een onervaren speler.

Hetzelfde geldt voor het lezen van de wedstrijd. Een ervaren speler heeft al heel vaak de tegenstander zich op een bepaalde manier zien gedragen. Zijn brein herkent de patronen en weet als ik nu deze bepaalde opstelling zie, dan is de kans groot dat ik binnenkort bepaald voetbalgedrag van de tegenpartij ga waarnemen. Op deze wijze kan een ervaren spits anticiperen op een mogelijke terugspeelbal en met enige regelmaat zo’n terugspeelbal gemakkelijk veroveren. Dat ziet er dan heel klunnelig uit voor de speler van de tegenpartij die de bal terug schoot, maar feitelijk is het hele team daar schuldig aan. Immers, zij stelden zich in zo’n patroon op dat het brein van de ervaren spits de associatie had dat de kans groot was dat er een terugspeel zou komen.

Kortom, hoe beter het brein van een voetballer associaties maakt tussen wat hij op het veld waarneemt, hoe meer spelinzicht, gogme en ervaring hij heeft. Of andersom: wat we eigenlijk bedoelen wanneer we het over spelinzicht, gogme en ervaring hebben, is voor een groot deel dat een speler de juiste en waardevolle associaties heeft opgebouwd. De waarschijnlijkheidsrelaties die deze associaties zijn, bewijzen zich dan vaak tijdens een voetbalwedstrijd.

Imprinting

Imprinting is een van de drie manieren waarop het brein leert. De andere twee manieren waarop het brein leert, zijn: associatief leren en instrumenteel leren. Imprinting vindt alleen in een korte periode na de geboorte plaats. In deze periode worden er een aantal parameters gezet. Een voorbeeld van imprinting is dat afhankelijk van waar je wordt geboren je brein een vaste instelling krijgt of je een voorkeur hebt om een bijvoeglijk naamwoord voor het zelfstandig naamwoord te zetten of juist daar achter. Wij Nederlanders vinden dat bijvoeglijk naamwoorden voor het zelfstandig naamwoord moeten, maar Fransen vinden juist dat het erachter moet.

Omdat imprinting alleen plaatsvindt vlak na de geboorte heeft imprinting geen relevantie voor de voetballerij. Maar het is wel belangrijk om te weten dat imprinting een van de drie manieren is waarop het brein leert.

Predict

We use the term “to predict” or “prediction” because  it is the word usually used for describing in advance how a football match will play out.  Due to our theoretical background in subjective Bayesian statistics though, we prefer the term “prevision”. Because that is what it really is: we preview what is about to happen. That means that when we say that we correctly predicted the outcome of a match, it doesn’t mean that we picked the correct winner. A lot of the time we do and we  beat the sports betting industry when it comes at that.

But we count our prevision correct if we correctly predicted the flow of the match and we either predicted the end result correctly, or we were very close in predicting the end result correctly (never more than 1 goal difference with our predicted end result). This means that sometimes we count a prevision of a match correctly where in reality the match was not like our prevision. But this is compensated by the fact that we also often refuse to count a match as correctly predicted even though the match went as we expected, but where the score was quite different from what you would expect when watching the match.

Prevision

Prevision is the term used by professor De Finetti to describe a prediction. The reason that he didn’t want to talk about predictions, but preferred to talk about previsions, is that a prediction implies absolute certainty whereas a prevision entails that your vision of the future could be wrong.

Rendement

De definitie van rendement is:

Een speler met een hoog rendement gaat goed om met zijn tijd, ruimte en energie; en die van zijn medespelers.

Eigenlijk is rendement negatief gedefinieerd als:

Een speler met een laag rendement verpest zijn tijd, ruimte en energie; en die van zijn medespelers.

Waar het om gaat is dat je als voetballer beperkt de tijd, ruimte en energie hebt. Hoe meer conditie hoe meer energie je hebt, maar hoe beter je energie tijdens de wedstrijd gebruikt, hoe beter je rendement is. Hetzelfde geldt voor tijd. Er is maar beperkt tijd in een wedstrijd. Meestal iets meer dan negentig minuten. Dat betekent dat elke keer dat een speler balverlies leidt alle tijd die zijn team in die actie heeft gestoken verloren is gegaan. Idem dito met ruimte. Ook is er maar beperkt ruimte op het veld. Als je de ruimte hebt en je leidt balverlies, dan heb je een laag rendement omdat de ruimte die je had nu weer verloren is gegaan.